Blog

Fiscaal Voorbereid op 2025: 25 Aandachtspunten

belastingdienst

Inleiding

2025 zit vol met (voorgenomen) fiscale veranderingen. Belastingadvieskantoren hebben die uitvoerig op een rij gezet. Wij vonden de 25 veranderingen die waarschijnlijk het meest relevant voor u zijn.  En ingedeeld naar Algemene Aandachtspunten, BV en DGA en Eigen Woning. In de hoop dat het u helpt goed voorbereid het nieuwe jaar in te gaan.

Sommige kabinetsplannen zijn nog niet definitief en moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Bovendien worden er nog steeds nieuwe plannen aangekondigd of bestaande plannen aangepast.

Bij de samenstelling van de aandachtspunten hebben wij naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Maar ons belangrijkste advies is altijd eerst uw fiscalist te raadplegen voor u besluit een suggestie op te volgen.

Box 3 en vermogensheffing
Een belangrijke onzekere factor betreft de belastingheffing in box 3. De Hoge Raad heeft bepaald dat u niet akkoord hoeft te gaan met een belastingheffing over een fictief rendement als dit hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. U moet het lagere rendement dan wel kunnen aantonen. Daarbij wordt ook fictief rendement, zoals de waardestijging van een tweede woning, meegerekend.

Let op dat bij het aantonen van een lager rendement geen rekening gehouden mag worden met het heffingsvrije vermogen van € 57.000 (voor 2024) of € 114.000 als u een partner heeft. Belastingplichtigen die met deze situatie te maken krijgen, ontvangen in 2024 een bericht over de uitwerking hiervan. De Belastingdienst werkt momenteel aan een formulier waarmee het werkelijke rendement kan worden doorgegeven. Dit formulier komt naar verwachting pas in de zomer van 2025 beschikbaar.

Algemene aandachtspunten

1. Wijziging in de uitbetaling van heffingskortingen

Sinds 2023 worden de algemene heffingskorting, arbeidskorting, en inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer uitbetaald aan belastingplichtigen met een laag inkomen, ook niet als de fiscale partner voldoende belasting betaalt.

Uitzondering: Personen geboren vóór 1 januari 1963 behouden het recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting, mits de fiscale partner voldoende belasting afdraagt. Dit geldt niet voor de arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Heeft uw partner weinig of geen eigen inkomsten maar wel een deel van het gezamenlijke vermogen? Dan kunt u:

  • In de belastingaangifte het vermogen geheel of gedeeltelijk aan uw partner toerekenen.
  • Hierdoor wordt het vermogen belast in box 3, wat leidt tot een belastbaar inkomen voor uw partner.
  • De heffingskortingen worden vervolgens toegepast op dit inkomen, waardoor de belasting over box 3-inkomsten lager wordt.

Extra optie voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s). Als DGA kunt u:

  • Dividend uitkeren vanuit uw bv.
  • Dit dividend (gedeeltelijk) aan uw fiscale partner toerekenen in de aangifte.
  • Effect: Het gebruik van de heffingskortingen maakt het mogelijk om een deel van het dividend in feite belastingvrij uit te keren.

2. Zorgkosten

Zorgkosten zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar, maar er geldt een drempel die afhankelijk is van uw inkomen. Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger de drempel. Alleen zorgkosten die boven deze drempel uitstijgen zijn aftrekbaar.

Suggestie: Probeer zorgkosten binnen één jaar te clusteren
Koopt u bijvoorbeeld in 2024 een gehoorapparaat en laat u in 2025 een gebitsrenovatie uitvoeren, dan heeft u in beide jaren te maken met een drempel. Dit levert doorgaans minder aftrek op dan wanneer u beide uitgaven in één jaar doet. Het betalingsmoment bepaalt het jaar van aftrek.

3. Lijfrente

De fiscaal aftrekbare bedragen voor lijfrentes zijn de laatste jaren flink verhoogd. Als u een pensioentekort heeft, is de jaarruimte voor aftrek van lijfrentepremies in 2024 verhoogd naar maximaal € 36.000.

Belangrijke wijzigingen:

  • Tot vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd kunt u lijfrentepremies aftrekken (voorheen alleen tot de AOW-leeftijd).
  • U kunt nu tien jaar terug jaarruimte benutten (voorheen zeven jaar).

Heeft u de afgelopen tien jaar niet de volledige jaarruimte benut? Dan kunt u dit inhalen. Het maximale inhaalbedrag is verhoogd naar € 41.608 in 2024.

Suggestie: Betaal de lijfrentepremie in 2024
Alleen dan kunt u deze aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting over 2024. Bovendien vermindert dit uw vermogen in box 3.

Let op:

  • De premie is alleen aftrekbaar als sprake is van een pensioentekort.

4. Giften en periodieke schenkingen

Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar, maar er geldt een drempel:

  • De drempel bedraagt 1% van uw verzamelinkomen (met een minimum van € 60).
  • Giften boven deze drempel zijn aftrekbaar tot maximaal 10% van uw verzamelinkomen.

Suggestie: Cluster giften om de drempel maar één keer te overschrijden. Als uw giften boven het plafond van 10% uitkomen, spreid deze dan eventueel over meerdere jaren.

Giften die via een notariële of onderhandse akte over minimaal vijf jaar worden verstrekt, zijn volledig aftrekbaar zonder drempel of plafond. U kunt hiervoor een standaardakte downloaden via de website van de Belastingdienst.

5. (Klein)kinderen schenken

Profiteer in 2024 van de jaarlijkse schenkvrijstellingen in de schenkbelasting. U kunt belastingvrij schenken:

  • Aan uw kinderen: € 6.633
  • Aan uw kleinkinderen of derden: € 2.658

Let op:

  • Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap van uw kind eindigt door overlijden, blijven de tarieven en vrijstellingen voor kinderen gelden voor het ex-schoonkind. Dit geldt niet bij echtscheiding.
  • Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar is een eenmalige verhoogde vrijstelling mogelijk:
    • € 31.813 voor algemene doeleinden
    • € 66.268 voor een studie

Suggestie: Schenk in 2024 om uw vermogen in box 3 te verlagen
Dit kan belasting besparen in 2025, vooral als de schenking uit beleggingen komt. Let op: als de ontvanger het bedrag op 1 januari nog niet heeft besteed, wordt dit tot diens box 3-vermogen gerekend.

6. Waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik

Roerende zaken voor persoonlijk gebruik, zoals een auto, boot, caravan, juwelen of dure horloges, hoeft u niet op te geven in box 3.

Suggestie: Overweeg een dure aankoop nog vóór 31 december 2024
Dit kan belasting besparen, vooral als het geld afkomstig is uit beleggingen. Zorg dat de aanschaf volledig is betaald voor het einde van het jaar.

7. Groenbeleggen in box 3

Overweeg groene beleggingen om uw box 3-vermogen te verlagen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal:

  • € 71.251 per persoon (in 2024)
  • € 142.502 voor fiscale partners gezamenlijk

Daarnaast ontvangt u een heffingskorting van 0,7% over het vrijgestelde bedrag.

Let op:

  • De vrijstelling geldt niet voor de vermogenstoets bij toeslagen.

8. Belastingbesparing in box 3

Controleer of uw voorlopige aanslag 2024 klopt. Is deze te laag, vraag dan een nieuwe voorlopige aanslag aan en betaal deze nog in 2024. Hiermee verlaagt u uw vermogen per 1 januari 2025, wat kan leiden tot een lagere belasting in box 3.

Suggestie: Vraag een lagere voorlopige aanslag aan als de huidige te hoog is
U ontvangt geen rente meer over een te hoge aanslag, dus voorkomen is beter dan later corrigeren.

Let op:
Vanaf 1 juli 2025 rekent de Belastingdienst een rente van 7,5% over uw aanslag 2024.

9. Antimisbruikwetgeving

Onder het huidige box 3-systeem zijn er drie inkomenscategorieën met elk hun eigen fictieve rendement:

  • Bank- en spaartegoeden: 1,03% (voorlopig)
  • Overige bezittingen: 6,04% (aandelen, obligaties, onroerende goederen en dergelijke)
  • Schulden: -2,47% (voorlopig)

In box 3 wordt uw vermogen vastgesteld op de peildatum van 1 januari. Hierdoor is het verleidelijk om tijdelijk de samenstelling van uw vermogen te wijzigen, zoals:

  • Het omzetten van beleggingen in spaargeld.
  • Het tijdelijk opnemen van een lening en deze na 1 januari aflossen.

Let op:
De antimisbruikwetgeving kan ervoor zorgen dat deze transacties genegeerd worden als ze binnen drie maanden worden teruggedraaid, tenzij er een zakelijke reden is.

BV en DGA

10. In 2024 dividend uitkeren?

Vanaf 1 januari 2025 wordt het belastingtarief in box 2 gewijzigd:

  • Het lage tarief van 24,5% blijft gelden voor inkomen tot € 67.804.
  • Het hoge tarief wordt verlaagd van 33% naar 31% voor bedragen daarboven.

Suggestie: Stel dividenduitkering uit tot 2025 als u meer dan € 67.804 aan dividend wilt uitkeren

Let op:

  • Vanaf 2025 telt inkomen uit box 2 ook mee voor de hoogte van de algemene heffingskorting.
  • Dividenduitkeringen beïnvloeden uw box 3-vermogen en eventuele excessieve leningen. Als u meer dan € 500.000 leent van uw bv, moet u dit bedrag vóór 31 december 2024 terugbrengen.

Raadpleeg altijd een fiscalist om te zien of het voordelig is om nu dividend uit te keren, te wachten tot 2025, of later een hoger bedrag uit te keren.

11. Speel in op verkorting van de tariefschijf

Vanaf 2023 geldt in de vennootschapsbelasting (VPB) het lage tarief van 19% tot een winst van € 200.000. Daarboven geldt het hoge tarief van 25,8%.

Suggestie:

  • Verwacht u een winst onder € 200.000? Overweeg kosten uit te stellen of opbrengsten naar voren te halen om binnen de lage tariefschijf te blijven.
  • Vraag tijdig een nieuwe voorlopige aanslag aan om belastingrente van 10% te voorkomen.

12. Houd uw fiscale eenheid voor de VPB tegen het licht

Als uw bv’s zijn gevoegd in een fiscale eenheid, betaalt u vennootschapsbelasting over de gezamenlijke winst. Door het tariefsverschil (19% versus 25,8%) kan het verbreken van de fiscale eenheid voordelig zijn.

Suggestie: Overweeg het verbreken van de fiscale eenheid als de afzonderlijke bv’s van het lage tarief kunnen profiteren. Dit kan maximaal € 13.600 voordeel per bv opleveren.

Let op:

  • Verbreking moet vóór 1 januari 2025 worden aangevraagd.
  • Houd rekening met mogelijke belasting over vermogensverschuivingen tussen de bv’s in de afgelopen zes jaar.

13. Voorkom belastingrente: vraag een voorlopige aanslag aan

De Belastingdienst rekent vanaf 1 juli 2025 een rente van 10% over uw VPB-aanslag 2024 (naar verwachting 9% vanaf 2025).

Suggestie:

  • Vraag tijdig een nieuwe voorlopige aanslag aan om belastingrente te voorkomen.
  • Lever uw aangifte in vóór 1 juni 2025. Als de definitieve aanslag overeenkomt met uw aangifte, betaalt u geen belastingrente.

14. Ken uzelf een lager gebruikelijk loon toe

Als DGA moet u zichzelf een gebruikelijk loon toekennen. Dit bedraagt minimaal het hoogste van:

  • 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
  • Het hoogste loon van andere werknemers binnen de bv.
  • € 56.000.

Uitzonderingen:

  • Starters mogen gedurende maximaal drie jaar een lager loon hanteren als de bv dit niet kan betalen.
  • Structureel verlieslijdende bv’s mogen een lager loon toekennen als hiervoor zakelijke gronden bestaan.

Suggestie: Kostenvergoedingen en de bijtelling voor een auto van de zaak kunnen worden meegerekend bij het gebruikelijk loon, waardoor uw brutoloon lager kan zijn.

15. Verminder gebruikelijk loon met kostenvergoedingen en auto van de zaak

Kostenvergoedingen en de bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak tellen mee voor het gebruikelijk loon. Bijvoorbeeld: een auto van € 60.000 met een bijtelling van 22% kan uw brutoloon met € 13.200 verlagen.

Suggestie: Hiermee betaalt u als DGA minder belasting in box 1

16. Deel de bijtelling voor de auto met uw partner

Werkt uw partner mee in de bv en valt hij/zij in een lagere belastingschijf? Dan kan het voordelig zijn de bijtelling voor de auto te delen. Dit kan het gezamenlijke belastingbedrag verlagen.

Suggestie: Bereken vooraf of deze verdeling leidt tot een voordeel, rekening houdend met de invloed op heffingskortingen

Let op: U moet kunnen aantonen dat de auto door beide partijen wordt gebruikt, zowel zakelijk als privé.

17. Mogelijk laatste jaar voor giftenaftrek in de bv

In de vennootschapsbelasting (VPB) is giftenaftrek mogelijk tot maximaal € 100.000 of 50% van de winst. Deze regeling verdwijnt per 1 januari 2025.

Suggestie: Doe giften vanuit uw bv vóór 31 december 2024, zodat deze nog aftrekbaar zijn. Overweeg sponsoring of reclame als alternatief, omdat deze uitgaven ook na 2024 aftrekbaar blijven.

18. Profiteer van bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR/DSR)

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) bieden belangrijke belastingvoordelen bij het schenken of erven van een familiebedrijf. Vanaf 2025 veranderen enkele voorwaarden:

  • Vrijstelling wordt 100% voor de eerste € 1.500.000 aan ondernemingsvermogen en 75% daarboven (voorheen 83%).
  • De doelmatigheidsmarge van 5% voor beleggingsvermogen vervalt.
  • De voortzettingstermijn wordt verkort van vijf naar drie jaar.
  • De dienstbetrekkingseis vervalt, maar de verkrijger moet minimaal 21 jaar oud zijn.

Suggestie: Overweeg of schenken vóór of juist na 2024 voordeliger is, afhankelijk van de waarde van uw bedrijf.

Eigen woning

19. Los geringe hypotheekschuld af

Als u geen hypotheekrente aftrekt, hoeft u slechts een klein deel van het eigenwoningforfait bij te tellen. Daarom kan het verstandig zijn om een lage hypotheekschuld af te lossen. Dit verlaagt ook uw box 3-vermogen, wat kan resulteren in minder belasting in box 3, vooral als de afgeloste middelen uit beleggingen komen. Zorg ervoor dat u uiterlijk 31 december 2024 aflost.

Let op!

  • Deze regeling wordt vanaf 2019 over dertig jaar geleidelijk afgeschaft. Uw voordeel wordt dus elk jaar kleiner en verdwijnt uiteindelijk.
  • Overweeg of u het box 3-vermogen later voor andere doeleinden nodig heeft. Als u later opnieuw een hypotheek afsluit, is de rente niet meer aftrekbaar.

20. Onderzoek rentemiddeling

Rentemiddeling houdt in dat u uw huidige rentevaste periode openbreekt en nieuwe afspraken maakt met uw hypotheekverstrekker, zonder direct boeterente te betalen. De boeterente wordt uitgesmeerd over de nieuwe rentevastperiode, waardoor een lagere hypotheekrente toegankelijker wordt. Onderzoek of rentemiddeling in uw situatie mogelijk is.

De boeterente bij rentemiddeling is aftrekbaar. Naast de boeterente kan het rentepercentage verhoogd worden met andere opslagen, zoals voor het risico van vroegtijdig aflossen. Deze opslagen mogen in totaal niet hoger zijn dan 0,2% om renteaftrek te behouden.

Let op!

  • Als de opslagen hoger zijn dan 0,2%, is er geen renteaftrek voor de gehele opslag. U moet dan de betaalde rente herrekenen naar de aftrekbare hypotheekrente.

21. Betaal hypotheekrente vooruit

Wordt uw inkomen in 2025 lager belast dan in 2024 en/of wilt u uw box 3-vermogen verlagen, dan is het wellicht financieel aantrekkelijk om in 2024 uw hypotheekrente vooruit te betalen. De aftrek van uw hypotheekrente levert in 2024 dan een groter voordeel op en uw box 3-vermogen zal per 1 januari 2025 lager zijn. In box 3 levert dit overigens vooral een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Ga wel bij uw bank na of dit kan en wat de voorwaarden en kosten zijn.

Let op!

U mag maximaal de in 2024 vooruitbetaalde hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2025 in 2024 in aftrek brengen.

22. Verhuur tweede woning aan uw kind(eren)

Heeft u al dan niet studerende kinderen die nauwelijks een betaalbare huur- of koopwoning kunnen vinden en beschikt u over voldoende privévermogen in box 3? Overweeg dan nog dit jaar een woning te kopen en aan hen te verhuren. Dit heeft verschillende fiscale voordelen.

Let op!

De aankoop van een woning voor uw kinderen wordt vanaf 2026 nog maar belast met 8% overdrachtsbelasting, in plaats van 10,4% nu. De eventuele waardestijging van de woning is onbelast, de ontvangen huur eveneens. Uw kinderen hebben mogelijk recht op huurtoeslag, dus u kunt hier met de huur rekening mee houden en iets meer huur vragen. De huur moet wel zakelijk zijn, maar is de huur ondanks de huurtoeslag toch nog te hoog voor uw kinderen, dan kunt u een deel van de huur terugschenken. Een schenking tot € 6.633 per kind is in 2024 onbelast.

Let op!

Koppel de schenking wel los van de huurbetalingen en ga dit bijvoorbeeld niet met elkaar verrekenen! De komende jaren zal een box 3-heffing worden ingevoerd op basis van het werkelijk rendement. Daarmee zullen waardestijgingen van vastgoed wél worden belast, maar waarschijnlijk pas op het moment dat u het vastgoed verkoopt. Deze wetgeving wordt op z’n vroegst in 2027 ingevoerd, maar mogelijk zelfs nog later.

23. Beperk de gevolgen van aanpassen van de leegwaarderatio

Sinds 2023 levert de verhuur van een woning minder voordeel op als gevolg van de aanpassing van de leegwaarderatio van verhuurde woningen. De leegwaarderatio betekent dat verhuurde woningen niet voor de volle 100% van de WOZ-waarde in box 3 worden meegeteld. Deze versobering van de regeling treedt op indien de jaarhuur meer dan 5% van de WOZ-waarde betreft. Ook is er geen leegwaarderatio meer als de woning slechts tijdelijk (twee jaar of korter) wordt verhuurd, en ook bij te lage huren in gelieerde verhoudingen.

Let op!

De aankoop van een tweede woning wordt vanaf 2026 nog maar belast met 8% overdrachtsbelasting in plaats van 10,4% nu. 

Tot slot nog een tweetal aandachtspunten over duurzame mobiliteit:

24.  Vraag voor laatste keer subsidie aan voor elektrische auto

Particulieren kunnen in 2024 voor de laatste keer subsidie aanvragen voor de aanschaf van een elektrische auto. De subsidie bedraagt € 2.950 voor nieuwe auto’s en € 2.000 voor occasions. Er is extra subsidie beschikbaar voor occasions vanwege eerdere budgettekorten. Het is verstandig om niet tot het laatste moment te wachten met aanvragen vanwege de grote belangstelling.

Voorwaarden:

  • Catalogusprijs tussen € 12.000 en € 45.000
  • Actieradius van minstens 120 kilometer
  • Alleen voor particulieren, niet voor ondernemingsvermogen
  • Subsidie kan online worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) na het sluiten van de koop- of leaseovereenkomst
  • Auto moet bij een erkend bedrijf worden aangeschaft

Ondernemers kunnen de subsidie alleen krijgen als ze de auto privé aanschaffen en kunnen dan € 0,23/km voor woon-werk- en zakelijke kilometers ten laste van de winst brengen.

25.  Was u al van plan een plug-inhybride auto te kopen, doe het dan nu

Koop nog in 2024 een plug-inhybride auto, omdat vanaf 1 januari 2025 de bpm-tariefstructuur verandert. Dit kan leiden tot een stijging van de bpm met € 1.300 tot € 7.600 per voertuig, en mogelijk zelfs tot € 15.000 in 2027. Nieuwe Europese richtlijnen zorgen voor realistischer gemeten CO2-uitstoot, wat de bpm beïnvloedt.

Disclaimer

Bij de samenstelling van deze aandachtspunten en suggesties is door Catalpa Beheer naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.