Nvidia zal nooit meer zo goedkoop zijn
De AI-revolutie is net begonnen
Er zijn maar weinig bedrijven die zó symbool staan voor een revolutie als Nvidia. Ooit begonnen als maker van chips voor PC-gamers, maar inmiddels uitgegroeid tot de absolute spil van kunstmatige intelligentie. Onder leiding van medeoprichter Jensen Huang is het bedrijf getransformeerd van een niche-speler naar de leverancier van het fundament onder de AI-infrastructuur.
Vandaag de dag is het datacentrum de kern van Nvidia’s bestaan. Daar worden de rekenkracht en netwerken gebouwd die moderne AI-systemen mogelijk maken. Waar de eerste generaties chips vooral werden ingezet voor het trainen van modellen, verschuift de vraag nu steeds meer naar toepassingen in de praktijk. Het zogenaamde *inference-proces* – AI die niet alleen leert, maar ook daadwerkelijk antwoorden en beslissingen produceert – vraagt gigantische rekenkracht. Nvidia levert die, en met zijn nieuwste productlijn doet het dat beter dan wie dan ook.
De kracht van de voorsprong
De klantenkring van Nvidia bestaat uit de allergrootste namen in de technologie, bedrijven die financieel ijzersterk zijn en die met een horizon van decennia opereren. Voor hen is AI geen hype maar een strijd om de leiding in de economie van morgen. De competitie is hevig: Big Tech onderling, talloze start-ups, en daarachter ook een golf aan Chinese concurrenten die gretig mee willen doen. Maar juist omdat de modellen steeds complexer worden – denk aan systemen die niet alleen tekst begrijpen, maar ook beeld, spraak en redenering combineren – stijgt de vraag naar verfijnde rekenkracht alleen maar sneller.
Natuurlijk zijn er alternatieven. Sommige grote spelers proberen kosten te drukken door zelf op maat gemaakte infrastructuur te ontwikkelen, bijvoorbeeld met partijen als Broadcom. En in China worden lokale chipmakers door de overheid stevig gestimuleerd. Maar het gat in prestaties blijft voorlopig groot. Nvidia heeft bovendien een wapen dat moeilijk te kopiëren is: zijn full-stack aanpak. Het bedrijf innoveert niet alleen op chipniveau, maar optimaliseert de volledige keten: van hardware tot software, van netwerken tot ontwikkelaarsplatforms. Dat trekt de beste ingenieurs aan en zorgt ervoor dat het ecosysteem zichzelf versterkt.
Een breder speelveld
Tot nu toe komt het grootste deel van Nvidia’s omzet uit de vertrouwde klantenkring van Amerikaanse techreuzen. Maar het speelveld wordt breder. Steeds meer traditionele industrieën willen AI integreren, en ook overheden mengen zich nadrukkelijk in de strijd. Het bedrijf spreekt zelf van sovereign AI: landen die hun eigen infrastructuur opbouwen om onafhankelijk te blijven. Zo sloten Golfstaten als Saoedi-Arabië en de Emiraten onlangs grote deals, en ook in Europa wordt volop geïnvesteerd in zogeheten AI-fabrieken.
Dit is meer dan een tijdelijk fenomeen. Het lijkt op de vroege dagen van internet of cloud computing: eerst massale investeringen in de basis, daarna pas de echte doorbraak van toepassingen. Wie toen dacht dat de groei zijn hoogtepunt had bereikt, zat er goed naast.
Geopolitieke schaduw
Toch kleven er risico’s aan dit succes. De spanningen tussen de VS en China raken Nvidia direct. China wil zelfvoorzienend worden en stimuleert eigen bedrijven, terwijl Washington de export van de meest geavanceerde chips aan banden legt. Dat leidt tot een bizarre situatie waarin Nvidia soms verplicht wordt een deel van zijn verkoop rechtstreeks via de Amerikaanse overheid te laten lopen. Het bedrijf benadrukt intussen dat toegang tot China cruciaal blijft, niet alleen voor de omzet maar ook voor de strategische belangen van de VS.
We zijn nog ver verwijderd van een toekomst waarin de VS en China de samenwerking op zullen zoeken. Mogelijk zullen het juist de lange termijn risico’s van AI zijn, die de vechtende superpowers verenigen.
Wat betekent dit alles? Dat Nvidia ondanks alle headlines en hoge verwachtingen nog altijd in een unieke positie zit. Het combineert technologische dominantie met een ongekend brede vraagbasis, en het heeft zich gepositioneerd als de standaardleverancier van de bouwstenen van AI. De marges weerspiegelen die macht, en hoewel er tijdelijk druk kan ontstaan door de complexiteit van nieuwe producten, blijft de prijskracht indrukwekkend.
Beleggers vragen zich soms af of de waardering van het aandeel nog te rechtvaardigen is. Maar dat is een blik door de achteruitkijkspiegel. Wie alleen naar de huidige koers kijkt, ziet niet dat we pas aan het begin staan van een langdurige cyclus. AI dringt stap voor stap door in alles wat we gebruiken, lezen en beluisteren.
AI systemen zijn in diverse complexe taken nu al beter dan de mens
Conclusie
Nvidia is het ultieme voorbeeld van de gereedschappenleverancier tijdens de goudkoorts. Anderen jagen op de toepassing, Nvidia verkoopt schep en houweel. Het is precies die positie die maakt dat het bedrijf, ondanks alle concurrentie en geopolitieke hobbels, voorlopig nog even niet van de troon gestoten zal worden.
Wie wacht tot de wereld volledig beseft hoe vroeg we in deze revolutie staan, zal ontdekken dat dit aandeel nooit meer zo goedkoop wordt.
